top of page

Armoede is een structureel onderdeel in het kapitalistisch machtsmodel

1.a Een efficiënt maatschappelijk economisch model veroorzaakt geen menselijk leed


Het doel van een economisch maatschappelijk model is om de beschikbare productiefactoren op een efficiënte wijze in te zetten om maximaal te voorzien in de behoeftes van al de individuen van de maatschappij.


Armoede betekent dat een individu niet kan voldoen aan haar basisbehoefte, waardoor het individu leed ondervindt. Armoede is dus een indicator dat het maatschappelijk economisch model niet efficiënt is. Waarom zou een efficiënt maatschappelijk economisch model menselijk leed moeten veroorzaken?


Een individu alleen heeft geen overlevingskans. Een individu is afhankelijk van de groep om te kunnen voorzien in haar behoeftes. Daarom is er een logica te vinden in het feit dat elk individu haar energie ter beschikking stelt aan de maatschappij en dat de maatschappij voorziet in al de behoeftes van haar individuen. Een maatschappij moet zorgdragen voor al haar leden.


Wij hebben de genetica van een sociaal wezen. Onze genetica is het resultaat van miljoenen jaren evolutie waardoor het gedrag van het individu wordt afgestemd op het welzijn van de groep. Waar zit de logica dat het individueel belang tegenstrijdig zou zijn aan het groepsbelang? Er is geen enkele reden dat een maatschappij macht moet uitoefenen op haar individuen. Er is geen tegenstelling tussen het groepsbelang en het individueel belang.

Als het individu vrij en zelfstandig kan kiezen waaraan het zijn energie kan besteden, zal zijn energie het hoogste rendement behalen. Gaan werken zou een positieve keuze moeten zijn, en geen verplichting.



1.b. Armoede in een kapitalistische samenleving


Het verband tussen “het kapitalisme” en “armoede” wordt vaak miskend. Maar door het te ontkennen, verandert de realiteit niet. Er is altijd armoede geweest in onze Westerse kapitalistische samenleving. Zelfs in de consumptiemaatschappij, waar er langs de ene kant behoeftes moeten worden bij gecreëerd, blijft er langs de andere kant toch nog armoede bestaan.


1.c. Waarom kent onze maatschappij armoede?


Waarom voorziet het kapitalisme niet in de basisbehoeftes van al haar individuen als er in de maatschappij toch voldoende middelen aanwezig zijn om dit te realiseren. Hoe is dit te verklaren?


De verklaring is heel simpel: Het kapitalisme is geen economisch maatschappelijk model dat tot doel heeft om de productiemiddelen op een efficiënte wijze in te zetten om te voldoen aan de behoeftes in de maatschappij. Het is een machtsmodel waarbij een kleine groep heersers de rest kan onderdrukken en armoede is een structureel onderdeel van het machtsmodel.


Alhoewel het een eenvoudige verklaring lijkt te zijn, en we in de realiteit de armoede ook wel kunnen waarnemen, toch blijft de realiteit dat armoede structureel verbonden is met het kapitalisme zo goed als onzichtbaar. Het kapitalisme is dan ook verpakt met een economisch kleedje, waardoor de realiteit dat het kapitalisme een louter machtsmodel en helemaal niet voldoet aan de voorwaarden waaraan een maatschappelijk economisch model zou moeten voldoen, onzichtbaar is geworden in onze maatschappij.

Hoe komt dat het merendeel van de individuen van de maatschappij het kapitalisme als efficiënt beoordelen als er toch nog armoede bestaat?


Hoe komt dat het merendeel van de individuen van de maatschappij stellen dat het kapitalisme de vrijheid van het individu respecteert, terwijl in de realiteit dit enkel voor de kleine heersers van toepassing is en de rest verplicht is om de bevelen van de heersers uit te voeren?


Hoe komt dat in de maatschappij de realiteit van het kapitalisme onzichtbaar is?

Kent het individu het kapitalisme? Is de realiteit van het kapitalisme nog wel zichtbaar? (Voetnoot 1a- het imaginair concept – het kapitalisme)



2.Wat weten we over het kapitalisme?


2.a Geloof jij dit?


Het kapitalisme is een economisch systeem.

De economische wetenschap is een wetenschap.

Het kapitalisme respecteert "de vrijheid van het individu".


Deze beweringen worden bijna universeel als de waarheid beschouwd. Nochtans zijn deze niet de realiteit. Maar wij beschouwen ze als de realiteit omdat wij geloven dat ze de realiteit zijn ….

2.b. De realiteit is:


Het kapitalisme is een machtsmodel waarbij een kleine groep heersers de rest onderdrukt.

De economische wetenschap is een pseudo-wetenschap die verhalen creëert en deze verhalen op een wetenschappelijke wijze verpakt, zodat deze verhalen gemakkelijk worden geloofd.

Het individu heeft geen enkele vrijheid, het wordt onderdrukt en het is verplicht om de bevelen van de heersers op te volgen om niet in armoede te vallen.


2.c. De onzichtbare realiteit is:


In de feodale staat bezat “de burgerij” de kennis van het geld en ze groeide uit tot een nieuwe maatschappelijke macht: de economische macht. Ze was de drijvende kracht achter de Franse Revolutie.


Na de Franse Revolutie is het kapitalisme de voortzetting van de Feodale maatschappij, waar “de burgerij” de macht overneemt van de “adel/geestelijken”. Deze machtswissel was mogelijk omdat “Geld” het maatschappelijk-machts-verhaal van “God” onttroonde.

Het kapitalisme is geen economisch model. Het is een machtsmodel met dezelfde principes als het Feodale model. Een kleine groep van heersers (aandeelhouders, kapitalisten, de economische macht) beveelt de grote groep van onderdrukten (de rest, het volk, de werknemers).


Vul in en merk de gelijkenissen van het machtsmodel: het kapitalisme vs het feodalisme:

Vul deze in de tekst in om de machtsbasis van het kapitalisme en het feodalisme te vergelijken.

Hoe wordt in het machtsmodel (a) de rest onderdrukt door de heersende klasse (b)? Het is omwille van het maatschappelijk-macht -verhaal (c) dat de onderdrukten (d) de bevelen van de heersende klasse opvolgen. Hiervoor ontvangen de onderdrukten een beloning (e), doch als ze weigeren ondergaan ze een straf (f)


Geld is een imaginair concept dat de basis vormt van het kapitalistische machtsmodel:

  • De heersende klasse krijgt automatisch geld bij elke transactie

  • Het individu heeft geld nodig om te kunnen overleven en het individu kan enkel geld bekomen door de bevelen van de heersers uit te voeren

Geld is een middel dat gebruikt wordt door de heersers om de rest te kunnen onderdrukken

De heersers handelen louter in hun eigen belang. Het onderdrukte individu kan helemaal niet vrij en zelfstandig kiezen hoe het zijn energie wil besteden. Het individu is verplicht om de bevelen van een kleine groep in de maatschappij op te volgen om te kunnen overleven.


Met de eigenschappen van “Denken + Geloven” kunnen we een eigen realiteit creëren. Elk individu beschouwt de eigen realiteit als de realiteit, zodat de realiteit verdrongen wordt. Nochtans is de eigen realiteit niet “de realiteit”.

De economische wetenschap is een pseudowetenschap die als doel heeft om “verhalen” te creëren die lijken op “wetenschap”. Door deze verhalen als “wetenschap” te verpakken, worden deze in de maatschappij gelooft, waardoor de individuen van de maatschappij denken wij dat deze verhalen de realiteit zijn. Op deze manier creëren de economische wetenschappen een eigen realiteit omtrent het kapitalisme in de maatschappij. Hierdoor wordt de realiteit van het machtsmodel onzichtbaar en geloven wij dat het kapitalisme een efficiënt economisch model is, dat gebaseerd is op de vrijheid van het individu.


Het is maar mogelijk om de realiteit te ontdekken als je beseft dat elk individu een unieke eigen realiteit creëert, die het als ware de realiteit beschouwt.

(meer informatie hierover is te vinden op mijn blog www.bosar.info)

3. Geld als het middel voor een Geld-Machts-Model


Een machtsmodel deelt de maatschappij op in 2 verschillende soorten klassen: een groep heersers die in alle vrijheid handelt en een groep onderdrukten, die verplicht zijn om de bevelen van de heersers op te volgen (Voetnoot 3 – de 2 maatschappelijke klassen)


Het machtsmodel maakt gebruik van het imaginaire concept “geld” om de macht te concretiseren. (Voetnoot 1b – het imaginaire concept - Geld)


Elk individu heeft behoeftes. Het invullen van een behoefte is een transactie. Elke transactie heeft als tegenwaarde “geld”. Voor het invullen van een behoefte is er dus steeds geld nodig. Het individu kan enkel geld bekomen door het uitvoeren van de bevelen van de heersers. Op deze manier kunnen de heersers middels “Geld” de rest van de maatschappij bevelen. Elk individu heeft immers behoeftes.


Voor elke behoefte die wordt ingevuld in de maatschappij, of in elke transactie is een deel geld (= winst) voorzien voor de heersers (aandeelhouders), zodat de heersers altijd een deel geld (= winst) verkrijgen bij elke transactie en dit zonder energie te besteden. De onderdrukten worden uitgesloten van dit systeem.


Schematisch:

  • Individu heeft behoeftes

  • Invullen van een behoefte = transactie

  • Transactie is: invullen behoefte (product) <> geld (transactieprijs)

  • Transactieprijs = productiekost + winst

  • Cumul winst => heersers (aandeelhouders)


De basis van het machtsmodel dat het individu bevelen moet opvolgen om te kunnen overleven, wordt in een economisch GELD-model vertaald, zodat de realiteit van het machtsmodel onzichtbaar wordt. Maar het feit dat de realiteit niet zichtbaar is, verandert de realiteit niet.


De heersers (aandeelhouders) nemen hun beslissingen louter in hun eigen belang en de onderdrukten (werknemers) moeten deze uitvoeren. De werknemers (arbeid, onderdrukten) of de gemeenschap (staat) hebben geen enkele inspraak in de beslissingen die de heersers (aandeelhouders) nemen.


De grond-adel werd de geld-adel & de boeren werden de werknemers …


De groei in het aantal transacties is een aandachtspunt in het kapitalistisch model omdat:

  • des te meer behoeftes de individuen hebben

  • des te meer te transacties

  • des te meer geld er bij de heersers terechtkomt

  • des te meer geld de onderdrukten nodig hebben

  • des te meer arbeid moeten de onderdrukten presteren

Het kapitalistisch GELD-MACHTS-model kan als volgt worden omschreven:


Een kleine groep heersers is eigenaar van de productiefactoren en ze handelen louter in hun eigen belang om middels de organisatie van de productie te streven naar “het hebben van zoveel mogelijk geld”. (Dit is winstmaximalisatie en winstcumulatie, waarbij winst een andere benaming voor geld is)

Geld is een imaginair concept dat de basis vormt van het machtsmodel waardoor de heersers de rest als productiefactor (de onderdrukten) kunnen inschakelen en waarbij de onderdrukten verplicht worden de bevelen van de heersers uit te voeren om te kunnen overleven.

Om haar behoeftes te kunnen bevredigen (= transactie) heeft het individu geld nodig. Zonder geld kan het individu niet overleven. Een individu kan alleen maar geld bekomen door de bevelen van de heersers op te volgen (= arbeid te presteren, energie besteden).

Het individu heeft geen keuzevrijheid: ofwel wordt het individu onderdrukt door de heersende klasse en krijgt het geld als “beloning”; ofwel wordt het individu uitgesloten van het geld-systeem en belandt het in armoede.

De heersers bekomen geld zonder arbeid te presteren (of energie te besteden) omdat in elke TRANSACTIE (is het vervullen van een behoefte) een deel geld (nl. winst) is vervat dat bestemd is voor de heersers.



ARMOEDE is in het kapitalistisch systeem het gevolg voor het individu dat de bevelen van de heersers niet opvolgt. Het individu dat geen arbeid verricht, heeft geen geld en belandt in de armoede. Zonder geld kan het individu niets kopen (om aan haar behoeftes te voldoen), zodat het niet kan overleven.


Armoede is een “sanctie” voor het individu, want armoede heeft menselijk leed tot gevolg.

Het individu kan het menselijk leed van de armoede enkel vermijden door in het GELD-MACHT-systeem te stappen, en de bevelen van de heersers op te volgen, ook als dit is aan voorwaarden die het individu niet wenst. Ook dit is een vorm van menselijke leed, maar omdat het individu geld nodig heeft om te overleven heeft het geen andere keuze.


Armoede is een essentieel onderdeel van het machtsmodel. Armoede is een dwingende incentive voor het individu om zich te laten onderdrukken. Het ontneemt alle keuzevrijheid van het individu. Het individu kan niet kiezen waaraan het zijn energie wil besteden, het individu is verplicht om zijn energie te besteden aan het uitvoeren van de bevelen van de heersers die in het eigen belang handelen.


Armoede verklaart ook het succes van het kapitalistisch model, omdat het een perceptie creëert dat het niet de heersers zijn die vragen om de rest te onderdrukken, de rest vraagt om onderdrukt te mogen worden omdat zij de “beloning” van de heersers “Geld” nodig hebben om te overleven. (Voetnoot 3 -vergelijk met feodale model)


4. Armoede is een structureel onderdeel van het machtsmodel


4.a. Het kapitalisme is geen economisch model


In het kapitalistisch model worden de behoeftes van het individu niet ingevuld volgens de noden van het individu, maar volgens de koopkracht. (Voetnoot 3) Wie geen koopkracht heeft, kan zijn behoeftes niet invullen en belandt in armoede.


Nochtans is er geen enkele functionele relatie tussen “het hebben van een behoefte” en “het hebben van koopkracht”. In een economisch model kan “het hebben van koopkracht” logischerwijze geen efficiënte verdeelsleutel zijn voor “het invullen van de individuele behoefte”. Het vormt de basis van een machtsmodel omdat het individu koopkracht (geld) nodig heeft om zijn behoeftes in te vullen, en het individu enkel geld kan bekomen door de bevelen van de heersers uit te voeren.


Vermits de productiefactoren eigendom zijn van de heersers, zijn zij ook de initiatiefnemers van de productie: de heersers bepalen welke producten er in de maatschappij geproduceerd zullen worden. Omdat de heersers enkel handelen in het eigen belang en met het doel van winstmaximalisatie is de productie van de maatschappij afhankelijk van deze twee voorwaarden. Zowel het gemeenschappelijk belang als de reële behoeftes van het individu worden hierbij genegeerd.


(Voetnoot 4: Het kapitalisme is geen economisch model)


4.b. De onderdrukte ondergaat altijd menselijk leed


Het kapitalisme is geen inclusief model, het veroorzaakt doelbewust menselijk leed bij het individu dat – om welke reden ook - niet tot het GELD-MACHT-systeem behoort (= geen arbeid verricht of niet de bevelen van de heersers opvolgt). Het menselijk leed wordt veroorzaakt omdat het individu niet over geld kan beschikken en geld noodzakelijk is om te kunnen voldoen aan haar behoeftes; het individu komt in armoede terecht.

In het kapitalistische model is armoede (menselijk leed) een noodzakelijk onderdeel omdat het individu hierdoor verplicht wordt om deel te nemen aan het kapitalistisch GELD-MACHT-systeem.


Op deze manier heeft het individu geen enkele andere keuze en is het verplicht om de bevelen van de heersers op te volgen. De onderdrukten hebben geen enkele vrijheid om te kiezen hoe ze hun energie kunnen besteden; ze hebben geen enkele inspraak omtrent de bevelen die ze krijgen van de heersers. Ze zijn verplicht om hun energie te besteden aan het uitvoeren van het eigen belang van de heersers. Het aanbod waaraan ze hun energie aan kunnen besteden, is bovendien gelimiteerd omdat de productie afhankelijk is van winstmaximalisatie en het eigenbelang van de heersers.


Het individu kan geen positieve keuze maken waaraan hij zijn geen energie gaat besteden, waardoor er menselijk leed ontstaat.


In een kapitalistisch maatschappij zal het individu altijd menselijk leed ondervinden. Ofwel is het honger lijden (armoede) ofwel is het slaaf zijn van de heersers (gedwongen worden om de bevelen van de heersers op te volgen)


De keuze van het individu is: HONGER of SLAAF. Beide opties geven aanleiding tot menselijk leed.


4.c. Armoede geeft macht aan de heersers


Terwijl het kapitalisme altijd menselijk leed veroorzaakt bij de categorie van de onderdrukten, heeft het positieve gevolgen voor de heersers. Zij kunnen in het eigenbelang handelen. Zij krijgen geld bij iedere transactie. Zij kunnen bevelen en hoeven geen arbeid te verrichten.


Wanneer alle individuen verplicht zijn om toe te treden tot het GELD-MACHT-systeem, resulteert dit in het grootst mogelijke aanbod van “werkkracht” voor de heersers. Door dit verplichte aanbod kunnen de heersers de vergoedingen die ze moeten betalen aan de onderdrukten minimaal houden, om zo hun doel van winstmaximalisatie te bekomen.


Ook al zouden de onderdrukten niet akkoord zijn met de voorwaarden om toe te treden tot het systeem, uiteindelijk hebben ze geen keuze omdat ze geld nodig hebben.


Bovendien ontstaat er ook een concurrentiestrijd tussen de onderdrukten onderling, omdat ze geld nodig hebben om te kunnen overleven, zullen ze bereid zijn om elkaar te beconcurreren.


Het concept is niet nieuw. Het is de “Verdeel en Heers” strategie van de Romeinen die de heersers aanwenden om de macht over de onderdrukten te bestendigen.


4.d. Armoede is structureel verbonden aan het kapitalisme


=> Vanuit het kapitalisme is er geen enkele stimuli om armoede te bannen. Armoede is immers de sanctie voor het individu dat niet deelneemt aan het systeem. En om de sanctie (armoede) te vermijden, is elk individu verplicht om deel te nemen aan het kapitalistisch GELD-MACHT- systeem en de bevelen van de heersers uit te voeren. Armoede is dus een mechanisme van het kapitalistisch systeem waardoor de individuen verplicht worden om de bevelen van de heersers uit te voeren.


=>In de maatschappij beschouwen wij ARMOEDE zelfs als “normaal”. Diegene die tot het GELD-MACHT-systeem behoren, vinden dat de anderen ook maar moeten werken, zoals zij ook verplicht zijn om te doen. Als ze dat niet doen, dan is hun keuze en zijn ze zelf schuldig dat ze in armoede leven. Zij, die wel bereid zijn de bevelen van de heersers uit te voeren, vinden dat zij toch niet moeten gaan werken, opdat anderen daarvan kunnen profiteren om niet te gaan werken. Dit gedrag wordt in de sociale psychologie omschrijven als “in-groep” en “out-groep”. Deze redenering is een gevolg van het feit dat “werken” geen positieve keuze is.



OPROEP:

De realiteit dat het kapitalisme een machtsmodel is, ontgaat ons allemaal omdat de heersers een eigen realiteit (d.i. een verhaal dat geloofd wordt) omtrent het kapitalisme hebben kunnen creëren in de maatschappij door middel van “de economische wetenschappen” en middels “de media”.
Het kapitalisme zelf kent ook vele vormen en het evolueert ook, maar het steunt nog altijd op het geld-macht-model. Het model dient enkel het eigenbelang van een kleine groep heersers.
Hoe kan in de opleiding van “master in de economische wetenschappen” de basis van het huidige maatschappelijke model worden genegeerd?
We moeten al de energie van de economische wetenschappen heroriënteren en de eigen realiteit van het kapitalisme en al haar gekende afgeleiden van het socialisme tot en met het marxisme achter ons laten om een NIEUW MAATSCHAPPIJ-MODEL uit te werken dat in dienst staat van al haar individuen, conform de realiteit is en een antwoord biedt aan de nieuwe uitdagingen inzake artificiële intelligentie en intelligent design.

DE VOETNOTEN


Voetnoot 1 – Het imaginair concept


1.a. het kapitalisme


Hoe komt het dat elk individu een uniek beeld van het imaginaire concept “kapitalisme” heeft gecreëerd?


Door de eigenschappen van het “denken” en “geloven” kan het individu een (unieke) eigen realiteit creëren. Door een “idee, verhaal, concept, …” te bedenken en dit vervolgens te geloven, gelooft/denkt het individu dat het “idee, verhaal, …” de realiteit is. Het “idee, verhaal, …” behoort echter niet tot de realiteit, maar tot de door het individu gecreëerde eigen realiteit. En omdat het individu de eigen gecreëerde realiteit als de realiteit beschouwt, denkt het individu dat het “idee, verhaal, … ” tot de realiteit behoort. Op deze manier creëren wij “imaginaire begrippen”. Het zijn begrippen die in de realiteit niet bestaan, maar omdat het individu denkt/gelooft dat ze wel bestaan, is voor het individu het begrip als ware het de realiteit geworden.


Middels de taal kunnen wij deze imaginaire concepten een benaming geven, waardoor het mogelijk is dit concept aan andere individuen door te geven.


Elk individu creëert een unieke eigen realiteit. Dit betekent dat het beeld of het verhaal dat het begrip oproept in het brein voor elk individu verschillend is. Het is uniek beeld per individu. Het aantal eigen realiteiten is gelijk aan het aantal individuen, en de eigen realiteit is uniek per individu.


Het individu kan het begrip “kapitalisme” niet aftoetsen aan de realiteit, omdat het begrip geen referentiepunt heeft in de realiteit. Elk individu gebruikt dus hetzelfde woord “kapitalisme”, maar het beeld dat het besturingssysteem (d.i. het brein) heeft gemaakt van het begrip verschilt dusdanig per individu.


Het begrip is dus relatief makkelijk beïnvloedbaar. De economische wetenschappen zorgen voor een specifiek kader omtrent het begrip. De media zorgt voor de verspreiding van verhalen die het begrip verder vorm geven. Als voorbeeld: De koude oorlog tegen het communisme zit diep geworteld in onze eigen realiteit, zodat wij zonder het te beseffen het kapitalisme louter verdedigen uit vrees van de schrikbeelden van onderdrukking en armoede van het communisme.


Omdat elk individu een verschillend beeld heeft in de eigen realiteit van het kapitalisme, is het communiceren over het begrip “kapitalisme” niet eenvoudig. Al deze verschillende eigen realiteiten leiden tot communicatieproblemen. Zoveel eigen realiteiten zorgen ook dat de realiteit onzichtbaar blijft tussen deze massa. Hierdoor is het moeilijk om een draagvlak in de maatschappij te vinden om ons naar de realiteit te richten, waardoor we allemaal blijven stilstaan bij onze eigen realiteit die geenszins de realiteit van het kapitalisme is.


Zolang de maatschappij haar geloof in het model blijft uitdrukken, kunnen de heersers aan de macht blijven. De heersers creëren doelbewust een eigen realiteit van het kapitalisme in de maatschappij waardoor de realiteit van het kapitalisme doelbewust onzichtbaar wordt gemaakt.


De economische wetenschap is een pseudowetenschap die door de heersers wordt aangewend om “verhalen” te vertellen die het machtsmodel in een economisch verhaal verpakken. Er bestaat weinig weerstand om wetenschappelijke verhalen te geloven.


Bovendien controleren de heersers de informatiekanalen van de maatschappij, zodat ze via de media “verhalen” kunnen brengen. Wat is de werkelijke “nieuwswaarde” van onze media?

Door deze “verhalen” te geloven, creëert het individu een eigen realiteit, en vermits voor het individu de eigen realiteit de realiteit is, blijft de realiteit onzichtbaar


Dat het kapitalisme een louter machtsmodel is, is het makkelijkst te begrijpen als we het ontstaan van het kapitalisme ontleden. Het kapitalisme is geboren in de handelsgeest van de Burgerij. Het kapitalisme is niet ontworpen als een economisch model, het is gegroeid rond het imaginaire concept “geld”. Het is opportunistisch gebruikt door de economische macht om de macht te behouden.


De burgerij dreef handel. De basis van de handel zijn de transacties. Een transactie is als een product van eigenaar wisselt. De verkoper verkoopt zijn product aan de koper, en de koper betaalt de transactie-prijs. De verkoper heeft in zijn transactieprijs een deel winst voorzien, zodat hij extra geld bij elke transactie krijgt.


Met geld is het mogelijk producten te kopen, maar het is ook mogelijk om arbeid (menselijke energie) mee te kopen. (Cfr. Militaire macht)


De herenboerderij was ook een productie-eenheid die producten voortbracht om de Adel de boeren als werkkracht konden gebruiken gebaseerd op het religieuze maatschappijbeeld.

Naar analogie ontwikkelde de burgerij met de kennis die ze had over het geld een productie-eenheid. Op deze manier was het niet nodig dat de burgerij nog arbeid hoeft te verrichten. (cfr. de land-adel) Ze betaalden anderen om de arbeid uit te voeren. De productie-eenheid voert al de werken uit, met als output: transacties. In elke transactie zit een deel extra geld (winst). De cumulatie van de winst die in elke transactie is vervat, vloeide naar de eigenaar van de productie-eenheid, de Burgerij. Zo werd de land-adel, de geld-adel.


De arbeiders hadden geld en kochten dan ook de output van de productie-eenheden. De arbeiders hadden behoeften of maw de arbeiders besteden hun geld aan transacties, en op deze manier vloeide het geld + winst terug naar de heersers. Op deze manier betaalde de onderdrukten het inkomen (de winst) voor de heersers.

De feodale maatschappij werd de kapitalistische maatschappij omdat de economische macht de macht van het “bezit van land” verlegde naar het “bezit van geld”.


1.b. Geld


Imaginaire begrippen hebben bijzondere eigenschappen. Hierdoor is het mogelijk om iets wat wij bedenken, fantaseren,,… tot onze eigen realiteit te laten behoren. En omdat voor het individu “de eigen realiteit” als “de realiteit” wordt beschouwd, kunnen deze begrippen ook ons handelen aansturen. Zonder deze eigenschap was het niet mogelijk om in een maatschappij te leven.


Maar taal en imaginaire begrippen kunnen voor verwarring zorgen.


Elk individu creëert het imaginaire begrip op een eigen unieke wijze in de eigen realiteit. De opvoeding speelt een grote rol in de overdracht van deze begrippen. De maatschappij en de taal waarin het individu opgroeit hebben een grote invloed op de eigen realiteit van het individu. (een individu met Christelijke ouders zal ook de concepten die hierbij horen creëren in zijn eigen realiteit; een individu met Islamitische ouders zal …enz.)


Het imaginaire concept van geld is verschillende keren van inhoud is veranderd, maar desondanks is het woord gelijk gebleven. (in de Engelse taal kennen we trouwens twee begrippen: currency and money)

`

Zo is “geld” :

  • Geld als een idee voor ruilhandel

  • Geld als fysieke muntstukken en biljetten

  • Geld als maatstaf van rijkdom

  • Geld als een digitaal boekhoudsysteem

  • Geld als een streefdoel voor de heersers

  • Geld als een middel om arbeid te betalen

  • Geld als de beloning die de onderdrukten krijgen voor het uitvoeren van de bevelen van de heersers

  • Geld als een middel om een behoefte te vervullen

  • ·


In functie van de context kan “geld” ook een specifieke benaming krijgen: Winst, kost, opbrengst, boete, dividend, schuld, dollar, Euro, loon, wedde, transactieprijs, …


Uiteindelijk is Geld naar analogie van God het nieuwe maatschappelijke verhaal geworden. Dat de religie de macht van Geld onbewust heeft aanvaard blijkt ook uit het feit dat uiteindelijk het mogelijk was om een goede plaatst in de hemel te kopen met geld via het legaten-systeem.


Bovendien is geld zowel een “middel” als een “doel”.


De macht van geld is dat het een universeel middel is dat individuen de bevelen laat uitvoeren van anderen (presteren van arbeid), zodat het individu voor het verkrijgen van geld handelt tegen het eigenbelang, tegen het gemeenschappelijk belang, en zelfs tegen alle andere individuele en maatschappelijke waarden.


Maar “het streven naar het hebben van meer geld” (winstmaximalisatie) is ook een doel in het kapitalisme. Een doel stuurt het handelen van het individu aan.


Voetnoot 2 – de twee klassen in het kapitalistische machtsmodel


Er zijn verschillende benamingen mogelijk voor de twee categorieën van individuen, die verbonden zijn aan het kapitalistisch model:

* De heersers:

de kapitalisten, factor “kapitaal”, de aandeelhouders, de economische macht, zij die de rest bevelen, zij die geen energie hoeven te presteren voor geld, zij die geen arbeid verrichten, zij die de productie beheersen, de eigenaars van de productiefactoren, zij die louter in het eigen belang handelen, …

* De onderdrukten:

de niet-heersers, de werknemers, productiefactor “arbeid”, zij die de bevelen opvolgen van de heersers, zij die arbeid presteren voor de heersers, zij die energie besteden voor geld, de arbeiders, zij die menselijk leed ondergaan, …


Voetnoot 3 – vergelijk met het feodale model


In het feodale systeem was het ook niet de adel die de boeren onderdrukten, het was omwille van Gods schepping dat de boeren de bevelen van de adel moesten opvolgen. (God had de wereld immers zo ingericht dat sommige individuen land hadden en dat anderen dat land moesten bewerken). Wie zijn toebedeelde taak naar behoren uitvoerde kreeg als beloning de hemel; de sanctie voor wie weigerde was de uitsluiting of de hel.


In het kapitalistische systeem zijn het niet de heersers (aandeelhouders) die verplichten dat de rest wordt onderdrukt. Het is omwille van de noodzaak aan GELD dat de rest (onderdrukten) de bevelen van de heersers dient op te volgen, waarvoor ze als beloning GELD krijgen waarmee ze in hun behoeftes kunnen voorzien (en kunnen overleven). De sanctie voor wie weigert, of de bevelen van de heersers niet opvolgt (om welke reden ook) is ARMOEDE (of uitsluiting van het geld-systeem)


Het maatschappelijk verhaal is verlegd van GOD naar GELD, maar het kapitalisme heeft het principe van het feodalisme overgenomen. De kapitalistische maatschappij is de continuïteit van de Feodale staat, waar de Bourgeoisie (met Geld) de macht overnam van de Adel (Land) en de Geestelijken (met GOD).


De productie-eenheid van de boerderij werd door GOD aangedreven

De productie-eenheid van de burgerij werd door GELD aangedreven


Feodalisme : GOD met heersers Adel en Geestelijken

Kapitalisme : GELD met heersers de economische macht (de kapitalisten, …)


Schema: hoe de feodale staat een kapitalistische democratie werd:


Hoe de feodale staat evolueerde tot het kapitalisme
Overgang van Feodale Staat naar het Kapitalisme

Voetnoot 4: het kapitalisme is geen economisch model


Het kapitalisme is immers geen economisch model. Het is een machtsmodel met een economisch kleedje. Dat blijkt bijvoorbeeld uit volgende eigenschappen. Het kapitalistische model:

  • negeert het gemeenschappelijk belang totaal en steunt enkel op het eigen belang van een kleine groep heersers;

  • het initiatief van de productie ligt bij een kleine groep die in alle vrijheid en in het eigen belang kunnen beslissen

  • het enige doel van het inzetten van de productiefactoren is het streven naar winstmaximalisatie; wat er geproduceerd wordt is niet afhankelijk van de behoeftes die in de maatschappij aanwezig zijn, maar wordt louter bepaald door de winstmogelijkheden die de heersers hebben inzake de productie.

  • beperkt de productie tot producten die winstmaximalisatie toelaten

  • negeert alle maatschappelijke en individuele waarden die niet tot winstmaximalisatie kunnen leiden

  • Is niet inclusief; het sluit doelbewust leden van de maatschappij uit, waardoor er armoede (menselijk leed) ontstaat

  • voorziet doelbewust niet in de behoeftes voor al de individuen, omdat het de behoeftes niet invult volgens de noden, maar volgens de koopkracht

  • dwingt het individu om bevelen op te volgen, het individu heeft geen andere keuze. Het individu heeft geen vrijheid om zelf te kiezen waar hij zijn energie wil aan besteden. Arbeid is geen positieve keuze.

  • streeft naar iets wat niet bestaat “geld”. Omdat dit streven geen einddoel heeft, pleegt dit streven een roofbouw op alle maatschappelijke waarden waardoor dit streven uiteindelijk tot zelf-destructie leidt;

  • veroorzaakt individueel en maatschappelijk leed;

  • streeft niet naar de optimale aanwending van de beschikbare productiefactoren; (streeft enkel naar winstmaximalisatie)

  • enz …


Uit deze beperkte en niet limitatieve opsomming omtrent de eigenschappen van het kapitalisme blijkt dat het concept van het kapitalisme niet voldoet aan de doelstellingen waaraan een maatschappelijk economisch model zou aan moeten voldoen (zie ook het artikel op www.bosar.info een economisch-maatschappelijk model conform de realiteit)


Dit is ook logisch omdat het geen economisch model is. Hoe komt dat voor het individu deze realiteit onzichtbaar is? Hoe komt het dat in heel de maatschappij geen enkele econoom zijn energie richt naar een nieuw maatschappelijk model?


Omdat wij over de bijzondere eigenschap van DENKEN en GELOVEN beschikken. Via de eigenschap van het denken kunnen wij een verhaal bedenken dat buiten de realiteit ligt. Door vervolgens het gecreëerde verhaal (dat we bedacht hebben) te geloven, beschouwen wij het verhaal als de realiteit. Wij geloven/denken dan dat het verhaal de realiteit is, maar het verhaal is niet de realiteit, het is een gecreëerde realiteit. Maar omdat elk individu de eigen gecreëerde realiteit als de realiteit beschouwd, wordt de enige echte realiteit zelf onzichtbaar.


De media en de economische wetenschappen maken verhalen voor de maatschappij. Als deze verhalen worden geloofd door de individuen van de maatschappij, wordt er een realiteit gecreëerd omtrent het kapitalisme. Het speelt geen rol of een verhaal waar of onwaar is, als wij het geloven, creëren wij een eigen realiteit, en vermits voor elk individu de eigen realiteit de realiteit is, wordt de realiteit zelf onzichtbaar.

61 views0 comments
Post: Blog2_Post
bottom of page